header foto header foto header foto header foto header foto
 

Beleidsplan Veilig Sportklimaat

Beleidsplan Veilig Sportklimaat Hockeyclub Zevenbergen

Het bestuur van HCZ wil een actief en preventief beleid voeren, zodat de vereniging een sociaal veilige sportomgeving en een goede begeleiding kan bieden, waarin leden en vrijwilligers zich lichamelijk en geestelijk goed voelen.

Het beleid omvat de navolgende onderdelen:

  1. Het afleggen van een Intentieverklaring door het bestuur;
  2. Het opstellen van Omgangsregels voor leden en vrijwilligers en
  3. Het opstellen van Gedragsregels voor begeleiders in de sport;
  4. Het opstellen en uitvoeren van een aanstellingsbeleid voor begeleiders;
  5. Vertrouwenscontactpersoon (VCP);
  6. Het verzorgen van goede communicatie omtrent al deze zaken;

 

1. Intentieverklaring Bestuur

Elke vorm van discriminerend en/of seksueel gedrag in zowel verbale als fysieke zin, dat als ongewenst of opgedrongen wordt ervaren door de ontvanger, is ongewenst. Daarom wil het bestuur zich inspannen om (seksuele) intimidatie en misbruik binnen de vereniging te voorkomen.
Het Bestuur wil binnen HCZ (seksuele) intimidatie bespreekbaar maken, alle betrokkenen binnen de vereniging goed informeren over het beleid ten aanzien van dit onderwerp, de risico’s op (seksuele) intimidatie zo klein mogelijk maken en eventuele incidenten op een adequate wijze afhandelen.
Het bestuur van HCZ beschouwt het dan ook als haar verantwoordelijkheid om:

a)    zich in te spannen om (seksuele) intimidatie binnen de vereniging te voorkomen. Hierbij zal specifieke aandacht worden besteed aan minderjarigen als extra kwetsbare risicogroep. Tot deze inspanningen behoort in ieder geval het opnemen van het thema (seksuele) intimidatie in het beleid van HCZ met daarin vastgesteld:

o   een aanstellingsbeleid ten aanzien van begeleiders* en vrijwilligers.

o   waar leden terecht kunnen voor vragen, (vermeende) meldingen en/of klachten (Vertrouwenscontactpersoon)

o   wat alsdan de procedure is.

o   een zorgvuldige communicatie hierover naar leden en vrijwilligers.

b)    er voor te zorgen dat genoemde voorzorgsmaatregelen toepassing krijgen in de praktijk.

c)    waar mogelijk en zinvol actief gebruik te maken van de methoden en materialen die door NOC*NSF en de KNHB worden uitgereikt.

 n.b. onder begeleiders wordt verstaan: trainers, coaches, vaste teambegeleiders en bestuursleden. Onder vrijwilligers worden de leden van de commissies bedoeld.


2. Het opstellen van Omgangsregels voor leden en vrijwilligers en van Gedragsregels voor begeleiders. 

Als HCZ een sociaal veilige hockeyclub wil zijn waarin iedereen zich prettig voelt, is het van belang om duidelijk vast te leggen en uit te dragen welke omgangsregels gehanteerd worden voor alle leden, vrijwilligers en begeleiders in het algemeen. En daarnaast welke specifieke gedragsregels gehanteerd worden voor begeleiders van teams in het bijzonder.

Omgangsregels

Omgangsregels kunnen worden gezien als algemene uitgangspunten voor gedrag tussen leden, vrijwilligers en begeleiders van de club. Het gaat dan over hele vanzelfsprekende zaken. HCZ wil de navolgende omgangsregels voor leden en vrijwilligers/begeleiders hanteren en uitdragen om overschrijding van grenzen te voorkomen:

  • Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij is en discrimineer niet. Iedereen telt mee binnen de sportvereniging.
  • Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft.
  • Ik val de ander niet onnodig lastig.
  • Ik berokken de ander geen (althans: niet opzettelijk) schade.
  • Ik maak op geen enkele wijze misbruik van mijn machtspositie.
  • Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen.
  • Ik negeer de ander niet.
  • Ik doe niet mee aan pesten, uitlachen of roddelen.
  • Ik vecht niet, ik gebruik geen geweld, ik bedreig de ander niet, ik neem geen wapens mee.
  • Ik kom niet ongewenst te dichtbij en raak de ander niet tegen zijn of haar wil aan.
  • Ik geef de ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht.
  • Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijke leven of uiterlijk.
  • Als iemand mij hindert of lastig valt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen. Als dat niet helpt, vraag ik een ander om hulp.
  • Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden en spreek degene die zich daar niet aan houdt erop aan en meldt dit zo nodig bij het Bestuur


Gedragsregels begeleiders in de sport

Omgangsregels kunnen worden gezien als algemene uitgangspunten voor gedrag. In de sport is de relatie tussen de trainer/coach en de sporter erg belangrijk. De Gedragsregels begeleiders in de sport zijn gericht op trainers/coaches/begeleiders/bestuursleden (verder in de tekst begeleider genoemd) en maken deel uit van het Tuchtreglement van de KNHB. De gedragsregels geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen begeleider en sporters. De gedragsregels vormen - aangevuld met de omgangsregels - een richtlijn voor de omgang tussen sporters en begeleiders. Deze gedragsregels zijn de gedragsregels zoals die door KNHB en NOC*NSF worden gehanteerd:

  • De begeleider zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
  • De begeleider onthoudt zich er van de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
  • De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  • Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  • De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  • De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
  • De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer.
  • De begeleider heeft de plicht - voor zover in zijn vermogen ligt - de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
  • De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
  • De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
  • In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

In situaties waarin HCZ (arbeids)overeenkomsten afsluit met professionele (betaalde) begeleiders  zullen de ‘Gedragsregels begeleiders in de sport’ deel uitmaken van de overeenkomst. Door ondertekening van de overeenkomst neemt de begeleider niet alleen kennis van de gedragsregels, maar hij/zij verbindt zich hier ook contractueel aan. Niet professionele begeleiders ondertekenen doorgaans geen contract. Om er toch voor te zorgen dat alle nieuwe begeleiders op de hoogte zijn van de gedragsregels én zich hieraan houden, worden de gedragsregels aan iedere begeleider voor aanstelling overhandigd met het verzoek deze voor ontvangst te ondertekenen.

 

3. Opstellen en uitvoeren van een aanstellingsbeleid van begeleiders* en vrijwilligers.


Om meer grip te krijgen op de mensen die actief zijn binnen HCZ, geldt de navolgende procedure voor de aanstelling van begeleiders en vrijwilligers.

 

• Kennismakingsgesprek

Met kandidaat begeleiders  wordt door een bestuurs- of commissielid een kennismakingsgesprek gevoerd.  Daarin dient ten minste aan de orde te komen de motivatie van de begeleider om met minderjarigen te willen werken, de werkervaring en referenties bij vorige organisaties, alsmede het beleid van HCZ m.b.t. fair-play en (seksuele) intimidatie. Tijdens het kennismakingsgesprek wordt aan de begeleider tevens gevraagd de Gedragsregels voor begeleiders te ondertekenen.

Na het gesprek en goedkeuring door de begeleider worden referenties gecheckt bij verenigingen uit het verleden waar de begeleider actief is geweest. Dit alles om te laten zien dat de club de inzet van vrijwilligers serieus neemt.

 

• Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

Een Verklaring Omtrent Gedrag is een verklaring waarbij het Ministerie van Justitie controleert of de aanvrager strafbare feiten heeft gepleegd die een risico vormen voor de functie waarvoor de verklaring wordt aangevraagd. Zo zal iemand die ooit veroordeeld is voor ontucht met minderjarigen geen VOG krijgen voor begeleider van een jeugdteam. Het feit dat iemand zo’n verklaring kan overleggen betekent overigens niet dat iemand nooit met Justitie in aanraking is geweest.

Een VOG is een goede mogelijkheid om meer zekerheid te verkrijgen over het verleden van een nieuwe begeleider. In toenemende mate wordt door werkgevers en vrijwilligersorganisaties een VOG als voorwaarde gesteld om actief te mogen zijn binnen de betreffende organisatie. Het bestuur realiseert zich dat het instellen van een beleid waarvan een VOG onderdeel uitmaakt, omvangrijk is en ingrijpend, maar wil daarmee aangeven dat zij het onderwerp (seksuele) intimidatie serieus neemt.

HCZ vraagt voor de vrijwilligers en begeleiders van 16 jaar en ouder, die in aanraking komen met minderjarigen leden, de VOG aan bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. De begeleider ontvangt een e-mailbericht om de aanvraag af te ronden. Er zijn geen kosten verbonden aan de VOG-aanvraag.

De VOG is 3 jaar geldig.

De VOG wordt aan het begin van elk seizoen aangevraagd.

Kan er geen VOG worden overlegd  dan kan de begeleiders- of vrijwilligerstaak niet uitgeoefend worden.

• Verklaring onderwerping Tuchtrecht (VOT)

Begeleiders die geen lid zijn van de KNHB moeten een VOT (Verklaring Onderwerping Tuchtrecht) ondertekenen. Daarmee valt de begeleider onder het tuchtrecht van de bond en is hij/zij daarvan op de hoogte.

   
n.b. onder begeleiders wordt verstaan: trainers, coaches, vaste teambegeleiders en bestuursleden. Onder vrijwilligers worden de leden van de commissies bedoeld.


4. Vertrouwenscontactpersoon (VCP) binnen HCZ.

Met het uitdragen van omgangsregels en gedragsregels wil HCZ onaangename en ongewenste zaken als pesten, conflicten en ruzie, discriminatie en (seksuele) intimidatie voorkomen. HCZ heeft een vertrouwenscontactpersoon (VCP) binnen de vereniging om ervoor te zorgen dat iedereen op alle fronten sportief met elkaar blijft omgaan. 

De VCP-er is binnen de club het eerste aanspreekpunt voor alle betrokkenen bij de club: leden, ouders, trainers/coaches, vrijwilligers met vragen, twijfels of signalen over zaken die met ongewenst (intimiderend) gedrag te maken hebben. De VCP-er behandelt niet zelf inhoudelijk de klacht, maar zoekt gezamenlijk en in overleg naar de volgende stap.

De VCP-er werkt zelfstandig en onafhankelijk van het bestuur en koppelt alleen (anoniem) meldingen terug, zonder in te gaan op de klacht. 

Vertrouwenspersoon NOC*NSF

Als er sprake is van seksuele intimidatie, dan kan iemand ook terecht bij het NOC*NSF meldpunt met eerste vragen, alsook met twijfels om het hele verhaal te vertellen. Het NOC*NSF beschikt over 18 vertrouwenspersonen, verspreid over heel Nederland. Het meldpunt is dag en nacht bereikbaar, ook in het weekend en op feestdagen. Het telefoonnummer is 0900-2025590.

Een e-mail sturen naar [email protected] kan ook.

De vertrouwenspersoon van het NOC*NSF begeleidt de melders c.q. slachtoffers of beschuldigden van seksuele intimidatie in het gehele proces. Daarnaast kan deze een adviesfunctie hebben voor het bestuur of voor de betrokken sportbond.

Onderscheid tussen de VCP HCZ en vertrouwenspersoon NOC*NSF

De taak van de VCP is vooral een procedureel adviserende rol. Hij/zij is er voor vragen over incidenten, vermoedens van incidenten die tussen leden plaatsvinden of hebben plaatsgevonden of waarbij een relatie is tussen activiteiten binnen HCZ- verband en de betrokkene(n)

Wat de HCZ VCP niet doet, is mensen persoonlijk opvangen en/of begeleiden. Als er andere opvang en/of hulp noodzakelijk is, zal dit –altijd met toestemming van de betrokkene(n)- plaatsvinden buiten HCZ.


5. Communicatie

Om te borgen dat het beleid omtrent (seksuele) intimidatie serieus onder de aandacht van de vereniging wordt gebracht, zullen een aantal stappen worden gevolgd:

  • de website zodanig inrichten, dat daarop verschillende onderdelen van het beleid op een toegankelijke en uitnodigende wijze worden gepresenteerd;
  • de vertrouwenscontactpersoon wordt met foto op de website gepresenteerd;
  • een (verkorte) versie van het beleid wordt via de zevenklap/website/app bekend gemaakt  aan leden, vrijwilligers en begeleiders;
  • deze verkorte versie wordt jaarlijks toegevoegd aan de coach map;
  • het bestuur doet jaarlijks verslag tijdens de algemene ledenvergadering van activiteiten en/of gebeurtenissen;